Vereenvoudigde WIA-beoordeling 60-plussers: doen of niet doen?

Sinds 1 oktober dit jaar heeft UWV bij langdurig zieke werknemers van 60 jaar en ouder de mogelijkheid een vereenvoudigde WIA-beoordeling toe te passen. Dit betekent in de praktijk dat de kans op toekenning van een uitkering groter is dan normaal. Doen werkgevers er verstandig aan om op deze optie aan te sturen? En welke haken en ogen zitten hieraan?

De vereenvoudigde WIA-beoordeling geldt tot 1 januari 2024 en is een van de maatregelen die verlichting moeten bieden bij de achterstanden waar UWV mee kampt bij het keuren van werknemers. De aanpak houdt in dat de uitkeringsinstantie geen verzekeringsarts betrekt bij het bepalen van het recht op een uitkering. In plaats daarvan vindt beoordeling van de situatie van (ex-) werknemers plaats op basis van de schriftelijke informatie die onderdeel is van de WIA-aanvraag. Denk bijvoorbeeld aan het re-integratieverslag en het actueel oordeel van de bedrijfsarts. Na uitleg door een arbeidsdeskundige kunnen werkgever en werknemer aangeven of zij akkoord gaan met vereenvoudigde beoordeling.

Gemakkelijker afscheid bij probleemdossiers
Maakt de werkgever of de werknemer bezwaar, dan volgt de normale beoordeling. Verder zal UWV gewoon een verzekeringsarts inschakelen als het verwacht dat er recht bestaat op een IVA-uitkering voor volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid. Belangrijker is echter wat er gebeurt met werknemers die mogelijk wel kunnen werken, maar ten tijde van de keuring nog geen inkomen uit werk hebben. Voor werkgevers zijn dit probleemdossiers: zij hebben dan al twee jaar tevergeefs geprobeerd om de werknemer weer aan de slag te krijgen. De vereenvoudigde beoordeling maakt het gemakkelijker om in deze situatie afscheid te nemen. De werknemer krijgt standaard het oordeel volledig, maar niet duurzaam arbeidsongeschikt (WGA 80-100). Dit betekent dat hij de hoogst mogelijke uitkering ontvangt en dat UWV hem helpt bij het zoeken naar werk.

Geen premieverhoging bij WGA-instroom
Voor de werkgever ontbreekt bij dit scenario bovendien een belangrijk nadeel waar hij normaal gesproken wel rekening mee moet houden: verhoging van de WGA-premie. Middelgrote en grote werkgevers hebben hiermee te maken zodra zij een werknemer in de WGA laten instromen. Afhankelijk van hun precieze bedrijfsomvang betalen zij namelijk een deels of volledig individueel bepaalde premie. Bij WGA-uitkeringen die voortkomen uit de vereenvoudigde beoordeling is dit ‘de vervuiler betaalt’ principe afwezig. Dit komt doordat er is gekozen voor financiering via de voor alle werkgevers gelijke premie voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof). Er vindt dus geen individuele toerekening van de schade plaats, de kosten gaan in feite op de grote hoop. Dit geldt ook voor werkgevers die als eigenrisicodrager WGA normaal gesproken zelf de uitkering bekostigen.

Niet te snel voorsorteren op een uitkering
Toch doen werkgevers er zeker niet verstandig aan al te snel voor te sorteren op een WGA-uitkering. Het is verstandig om alle risico’s en voor- en nadelen zorgvuldig te overwegen:

· De vereenvoudigde procedure heeft géén betrekking op de toetsing van inspanningen voor re-integratie. Wie kansen laat lopen, kan van UWV een loonsanctie krijgen.

· In de huidige arbeidsmarkt zijn nieuwe werknemers vaak lastig te vinden. Ook dit maakt het raadzaam álle kansen te benutten om een 60-plusser te behouden.

· Er alles aan doen om langdurig zieke werknemers te behouden draagt verder bij aan een aantrekkelijk werkgeversmerk. Ook dat is in een krappe arbeidsmarkt van belang.

· Mogelijk is het kabinet gevoelig voor kritiek op de regeling. Zo pleit het Register Specialistisch Casemanagement (RSC) voor aangepaste regels en subsidies in de eerste twee ziektejaren, om zo veel mogelijk 60-plussers aan het werk te houden. Iets om in de gaten te houden!

Ook te maken met een zieke 60-plusser?
Onze branchespecialisten kunnen u en uw klant terzijde staan met deskundig advies. Klik hier voor de contactgegevens.