Dalende Whk-premies zijn minder goed nieuws dan ze lijken

Publiek verzekerde werkgevers moeten zich zeker niet te snel rijk rekenen bij de lagere gemiddelde gedifferentieerde Whk-premies voor de Ziektewet en de WGA. De daling betekent niet dat het ineens een stuk beter gaat met ziekte en arbeidsongeschiktheid. Bovendien staan er een stijging van de Aof-premie en een hogere correctiefactor bij de Ziektewet tegenover.

Communicatie voor uw werkgeversrelaties Wilt u als adviseur een werkgeversversie van dit bericht om zelf te delen met uw klanten? Klik dan hier om deze direct te downloaden.

Zoals gebruikelijk maakte UWV aan het begin van het najaar in een premienota de publieke premiepercentages bekend voor de Werkhervattingskas (Whk) in 2024. De gemiddelde gedifferentieerde WGA-premie daalt van 0,87% naar 0,77%. En ook de gemiddelde gedifferentieerde Ziektewetpremie laat een daling zien: van 0,66% naar 0,45%. Goed nieuws voor publiek verzekerde werkgevers, zo lijkt het op het eerste gezicht. Maar vóór de vlag uitgaat, is er in dit geval alle reden om wat dieper in de cijfers te duiken.

De daling is geen teken van lagere instroom

Om te beginnen is de reden voor de daling niet dat de instroom in de Ziektewet en de WGA plotseling fors is gedaald. Ook is UWV niet opeens een stuk beter geworden in het re-integreren van zieke flexwerkers en deels arbeidsongeschikten. De uitkeringsinstantie raamt wel lagere uitgaven vanuit de Whk, maar dat komt doordat veel uitkeringen in 2024 langs andere wegen worden gefinancierd:

Het voornaamste effect is een stijging van de vaste lasten

De totale kosten dalen dus niet; de overheid brengt ze alleen anders bij werkgevers in rekening. Dit blijkt ook uit de ontwikkeling van de uniforme Aof-premies die werkgevers betalen. Voor kleine werkgevers stijgt deze premie komend jaar van 5,46% naar 6,18% en voor grote van 7,11% naar 7,49%. Zo blijft er van de kostendaling aan de Whk-zijde bijzonder weinig over. De werkelijke veranderingen zijn een flinke stijging van de vaste basislasten voor arbeidsongeschiktheid en een verzwakking van het principe dat de vervuiler betaalt. In tegenstelling tot de Whk-premies maakt de Aof-premie immers geen onderscheid op basis van de instroom van individuele werkgevers. De uitkeringskosten worden eenvoudigweg bij elkaar opgeteld en gedeeld door het aantal werkgevers, zodat binnen de categorieën klein en groot iedereen hetzelfde betaalt. Ongeacht zijn schade.

Tip: let op, het voorgaande betekent beslist niet dat het principe dat de vervuiler betaalt volledig overboord is gegaan! Bij de Ziektewet daalt de gemiddelde Whk-premie, maar is de correctiefactor flink gestegen (van 1,17% naar 1,30%). Bij grote en middelgrote werkgevers stijgt hierdoor de individuele premie bij nieuwe instroom harder dan voorheen. Dit kan het interessant maken om hier meer grip op te ontwikkelen door te gaan eigenrisicodragen. Bij de WGA is de daling van de correctiefactor (van 1,11% naar 0,98%) het gevolg van de vereenvoudigde beoordeling voor 60-plussers en dus een tijdelijk fenomeen. Volgens UWV stijgt hij na afloop weer ruim boven de 1%.

Heeft u vragen?

Bel 0314 74 97 76 of stuur een mail naar verzuim@mandaatassuradeuren.nl. We zijn u graag van dienst.